Dramatische vorming

Ook bij dramatische vorming gaat het erom dat kinderen zichzelf uitdrukken, maar in dit geval doen ze dat via hun verbeelding. Ze verbeelden gevoelens, ideeën, gebeurtenissen en personages en komen erachter dat het verbeeldingsspel een relatie heeft met de dagelijkse werkelijkheid.


Het doel van dramalessen is niet alleen vaardigheden in het toneelspel te leren. Er is ook een flink aantal pedagogische doelen dat je door middel van dramatische vorming kunt behandelen.

Een paar voorbeelden van pedagogische doelen zijn:

•Ontwikkelen van inlevingsvermogen.

• Stimuleren van creativiteit en fantasie.

• Vergoten van zelfstandigheid.

• Ontwikkelen van communicatieve vaardigheden.

• Leren samenwerken.

• Ontwikkelen van verbaal en non verbaal uitdrukkingsvermogen. 

Tijdens een dramalessen oefen je vaak met de volgende spelvormen:

  1. Spelvormen vanuit taal.
  2. Spelvormen vanuit bewegen.
  3. Spelvormen vanuit dramatisch spel.

Een sterke verbeeldingskracht: 4 tot 6 jaar

Kinderen tussen de 4 en 6 jaar maken nog niet altijd een even duidelijk onderscheid tussen de werkelijkheid en verhaal of spel. Kleuters zijn heel goed in het nadoen en in het koppelen: imiteren en sociëren. Daarbij zijn ze zich heel bewust van hun lichaam, wat een voordeel is bij het ontwikkelen van dramatische vaardigheden.

Een paar belangrijke doelstellingen van het vak drama zijn:

• Het geven van inzicht in de opbouw van een rol en een verhaal

• Het gebruik van decor en kleding.

• De overdracht naar een publiek.

• Het leren gebruiken van verschillende spelvormen.

• Kennismaken met professioneel theater en de manier waarop een voorstelling tot stand komt. 

Niet alle kenmerken van drama komen in elke leeftijdsfase aan bod. In de jongere jaren is de dramatische vorming anders van vorm dan bij het oudere schoolkind of bij de jongere.

Dramalessen worden opgebouwd in fasen .Dit zijn de 5 meest voorkomende fasen:

  1. Losmaking.
  2. Concentratie.
  3. Individuele activiteit.
  4. Groepsactiviteit.
  5. Evaluatie.

Je kunt bij drama-activiteitenvragen gebruiken om een situatie te verbeelden. Er zijn 5 van die spelelementen en ze bestaan allemaal uit een vraag:

  1. Wie doet iets?
  2. Wat doet het personage?
  3. Wanneer gebeurt het?
  4. Waar speelt het zich af?
  5. Waarom doet het personage het?
Locatie: ROC van Twente Almelo, +31(0)83873130
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin