dans

Dans is een belangrijk onderdeel, in dans kunnen kinderen zich volledig op hun plaats voelen. Sommigen bloeien op als ze dansen en hun zelfvertrouwen groeit ter plekke. Kinderen leren hun ervaringen, gevoelens en bewegingsmogelijkheden. Dans gaat uit van de natuurlijke drang tot bewegen. Het laat kinderen kennismaken met de betekenis en belevenis van dans. 

Kinderen leren tijdens het dansen verschillende danselementen te gebruiken. Kinderen gebruiken deze elementen als ze ouder worden om hun eigen dansen te ontwerpen. Er zijn verschillende danselementen. Tijd, kracht, ruimte en bewegingskwaliteit.

Tijd:

• Duur: Lange of korte tijd bewegen

• Tempo: snel of langzaam bewegen

• Ritme: is deze regelmatig of onregelmatig?

• Frasering: het begin, verloop en einde van een beweging

Kracht:

• Bewegingen met spanning, ontspanning. Zware of lichte bewegingen.

Ruimte:

• Dansrichting: voor, achter, links, rechts, diagonaal, in cirkels en patronen.

• Danslagen: hoog (op de tenen, springend) midden (gebogen romp en knieën) laag (Op de grond, zittend, kruipend, rollend)

Bewegingskwaliteit:

• Op welke manier je beweegt. Is dit heel vloeiend of juist strak. Dit verschil zit ook in welke dansstijl je doet. Ook wordt het bepaald door gebruikt te maken van tijd kracht en ruimte.

Een belangrijk onderdeel van dans is dansexpressie. Met herkenbare onderwerpen en inspiratiebronnen ( afbeeldingen, verhalen, attributen, muziekfragmenten) geven kinderen ideeën, gevoelens, ervaringen en gebeurtenissen vorm in dans. Ze drukken zich uit en leren hoe ze hun lijf daarvoor kunnen gebruiken.